Pas als ik in het kamertje zit met de nors kijkende man voor me -dikgebrild en een grote, woeste snor- voel ik de verbrijzelende pijn in mijn kaak. Ik snak naar adem terwijl de directeur verveeld een gum uit elkaar begint te halen.ik lijk afgesloten van de wereld, zelfs van mijn eigen hersenen. Dan knapt er iets als een belletje in me en kom ik terug op aarde. Ik word niet eens verwelkomd. Dan komt de klap van herinneringen, recht in mijn gezicht. Veronica, de wond, mijn moeder? De pijn, het donker, de vlekken.. stemmen, Riley dicht om me heen. Leonardo. De woorden galmen na in mijn hoofd, alsof ik ze altijd zo bij me zal moeten dragen. 'Je bent al net zo als je vader!' Ik voel de woede meteen weer door mijn spieren jagen, maar ergens diep in mijn hart wordt het overdekt met een laagje spinrag. Iets dat zegt dat het niet uitmaakt. Ik begrijp het niet, ik snap mezelf niet. Waarom maakt het niet uit? Weer een steek in mijn kaak en opeens de ijzerachtige smaak van bloed. Ik kan niet tegen bloed, dan draait mijn maag zich om, dan moet ik zo snel mogelijk een toiletpot of een struik vinden. Ik sla mijn armen om mijn middel en wieg zacht heen en weer. 'Jongeman?' De directeur steekt zijn hand uit. 'Wieringa.' Ik knik en negeer zijn hand. Anders val ik uit elkaar, ik weet het zeker. 'Meneer..' Een klap op tafel. Kennelijk houdt die Wieringa niet van onderbroken worden. 'Naam?' Ik denk even na. 'Josh,' mompel ik. De man tegenover me zucht vermoeid. 'Josh McDouglas,' zeg ik snel. '18 jaar, kom uit Londen, heb een samsung..' Weer een klap. 'Geweld. In de gang, op MIJN school. En dan nog praatjes, McDouglas?' Ik krimp ineen. Weer een pijnscheut. Een draai aan mijn maag. 'Meneer, mag ik..' 'NEE, je moet eens luisteren. Wij vallen op Glorious High geen medeleerlingen aan, heb je dat begrepen?' Ik hap naar adem. Verse lucht, ik moet naar buiten, schiet het door mijn hoofd. Opeens verdwijnt het laagje en schiet de woede door naar mijn vingers, naar mijn tenen, en naar het bovenste puntje van mijn kruin. 'Leonardo zat aan Veronica,' lieg ik soepel. 'Daarom besprong ik hem.' Het is eruit. Ik heb het ongeveer 10 seconden geleden bedacht en gezegd. De directeur zucht en vraagt zijn achternaam. Vijf minuten later strompelt Leonardo binnen.