Nee nee nee nee nee nee zeg dat niet, niet nog meer zeggen, maak het niet nog moeilijker. Niet dat allemaal zeggen, niet laten merken dat je alles weet, niet doen Riley, niet.. shit. Niet dat zeggen, nee, niet doen.. shit. Ik trek haar weer naar achteren en ga beschermend voor haar staan. Eikel die hij is, schurftige eikel, hij liegt zelfs over zijn naam. Philip. Ik wil de naam uittuffen, op zijn schoenen, maar ik hou me in. Dan draai ik me Riles. ´Nee Riley, jij gaat nergens heen in je eentje,´ zeg ik met trillende stem. ´We gaan naar de stad, weet je nog?' Ik knijp in haar vingers en wil weglopen. Niet zo makkelijk Josh, ik wist het. Mijn vader pakt mijn schouder vast en draait me terug. 'Ik heb je nodig Josh, ik weet dat je m'n telefoontjes negeert. Maar ik kan het niet alleen allemaal, jij was er altijd en nu.. ik snap het allemaal niet, nieteens hoe de magnetron werkt.' Ik kijk hem één moment ziedend aan en draai mijn hoofd dan weg. 'Je moet een leven zoeken, pap. Een leven waar ik niet in voorkom. 't Beste.' En ik loop weg. Als hij nog dommer wil zijn dan hij in al die jaren van mijn jeugd is geweest komt hij me nu achterna, want dan sla ik 'm neer, tot moes sla ik hem. Maar hij blijft staan, en ik loop mijn toekomst weer tegemoet.